Al je planten gaan steeds dood? Daar is iets aan te doen!

Ik hou echt onwijs van planten. Een beetje groen geeft een huiselijk gevoel en ook in de tuin geeft groen direct een gevoel van ontspanning. Daarnaast draagt veel groen in de tuin bij aan een goede insectenpopulatie (mits de juiste planten er staan) en geeft het met wat handige plaatsing ervan ook schaduw. In de vensterbank houden ze wellicht ook wat binnenkijkers tegen. Kortom: het is mooi om te zien wat groen kan doen. Maar dan moeten je planten wel in leven blijven! 

Mocht je nou na onderstaande tips nog steeds dode planten hebben, overweeg dan kunstplanten (en lees mijn blog over de voordelen van kunstplanten). Je hebt deze voor zowel buiten als binnen. Ik heb zelf ook een kunstplantje in de wc staan. Don’t be ashamed!

Dat is trouwens ook zo’n plek: de wc. Die kan wel wat opfleurende plantjes gebruiken, maar omdat het daar natuurlijk 98% van de tijd donker is (als je geen raam hebt) gaat alles wat je neerzet hartstikke dood. Dus ik heb er nu een kunstplantje staan, vet schattig en het geeft direct een heel ander gevoel. Voor die 2-5 minuten dat je daar per keer bent, is dat toch belangrijk 😉

1. Check of de plant geschikt is voor zon

Voor alle planten, zowel buiten- als binnenplanten, geldt dat op het label dat er doorgaans bij zit, staat of de plant geschikt is om in de volle zon te staan, of juist beter in de halfschaduw of schaduw kan. Nu zijn er naar verhouding minder planten die in de schaduw tot hun recht komen, dus dat scheelt. Maar toch zijn er niet heel veel planten die echt heel goed in de volle zon (want heet) kunnen staan. Dan kom je al snel uit bij de aloë vera of vetplanten. Geraniums (echt hoor) doen het ook best lang goed in de volle zon, zowel binnen als buiten. In veel tuincentra staan planten al een beetje gesorteerd op waarvoor ze geschikt zijn, en ook online zijn er vaak filters. Dus koop niet lukraak iets in de hoop dat het wel zal gaan.

2. Verplaats planten niet te vaak

Planten houden niet van verandering. Dus als je eenmaal een plekje voor ze gevonden hebt dat lijkt te werken, is het wel handig om ze daar ook te laten staan. Verplaats je ze toch, houd ze dan de eerste weken goed in de gaten. Pas de watervoorziening eventueel aan. Als je ze donkerder zet, hebben ze meestal iets minder vaak water nodig, en als je ze lichter zet, vaak iets meer. Logisch he?

Toch moet je ze ook in de gaten houden als ze eenmaal ergens goed lijken te staan. Door de seizoenen heen kan de lichtinval veranderen, of de temperatuur. Met name zodra de verwarming weer aan gaat, of de zon weer vol naar binnen schijnt, krijgen sommige planten het ineens benauwd. Kijk dan of je een plekje in huis hebt wat qua omstandigheden lijkt op hoe de plant er eerst bij stond. Let wel ook goed op zaken zoals tocht. Veel planten hebben een hekel aan tocht en krijgen bijvoorbeeld schimmels of wortelrot, in combinatie met teveel vocht.

3. Let op de grondsoort

Zeker voor buitenplanten: niet alle planten gedijen goed op dezelfde soort grond. De ene gaat lekker op wat drogere grond met een beetje zand erdoor, de ander gaat lekker op klei, nog een ander heeft veel liever veengrond. Vul eventueel de grond aan met mengsels uit het tuincentrum, of koop voedingsstoffen en meng die er zelf doorheen. Uiteraard niet overdrijven en goed instructies lezen, zowel van de plantsoort zelf als op de verpakking van de voedingsstoffen. Ik ben hier zelf nogal laks in, dus ik mag hier mijn eigen advies wel eens gaan opvolgen. Zeker omdat ik een paar fruitstruiken in potten heb staan. Ik wil wel een goede oogst volgend jaar 😉

4. Te nat of te droog

Het allermoeilijkste vind ik met planten, in elk geval binnenplanten, dat ze altijd te nat of te droog lijken. Er zijn gelukkig plantensoorten die een beetje droogte wel kunnen handelen, en dan ook goed zichtbaar te droog staan. Hangende bladeren, of in plaats van diepgroen ineens vaalgroen, dat zijn toch wel aardige signalen. Dat zijn de planten die je wilt hebben, want die gaan nog niet dood als ze er zo bij staan. Zie je echter planten met gele bladeren of juist bruine, dan moet je er snel bij zijn in mijn ervaring. Geel betekent doorgaans te nat, en bruin meestal te droog (soms een beetje afhankelijk van de plant). Als er een instructie op het label van de plant staat met betrekking tot water geven, is dat niet altijd zaligmakend helaas. De droge lucht in huis, of juist de vochtige lucht in huis, kan nogal een verschil maken. Soms droogt de aarde niet zo snel als je dacht en dan geef je ineens teveel water. Meestal is een aardige stelregel wel: zorg dat de plant niet met zijn pootjes in het water staat. Een plant in een pot met binnenpot zetten is dan wel aan te raden, zodat je na het water geven even de plant kunt optillen, checken of er geen water in de pot blijft staan, en het overschot kunt weggooien. Of leg er een laagje hydrokorrels in. Wederom is ook dit niet zaligmakend, want sommige planten vinden het júist lekker om in een badje te staan en via de onderkant het water op te zuigen. Laat je een beetje adviseren door een deskundige, of zoek op Google wat aan te raden is.

Wat ook wel helpt, vooral om te voorkomen dat de grond toch heel erg uitdroogt, ondanks veel water geven, is de planten geregeld onderdompelen in een badje. Of althans, de pot. De bladeren kun je een beetje afsproeien, helpt ook tegen vorming van een laag stof erop en via de bladeren nemen sommige planten ook weer wat voeding op. Alleen is dit wel een heel gedoe, daar moet je net zin in hebben.

Je hebt trouwens ook diverse apps die helpen bij de plantverzorging. Dus zoek in je app store ook even naar dat soort apps. Kan echt een life-saver zijn!

5. Vervang af en toe de potgrond

Ik zei net al dat je moet opletten welke grond je hebt (buiten met name). Bij binnenplanten is het zo dat ze vlotjes hun pot uit groeien. Ik denk dat je eigenlijk elk jaar wel even moet kijken of je planten nog voldoende wortelruimte hebben. Je kunt de planten soms ‘minderen’, dus afbreken en verdelen over twee potten en dan dus in dezelfde pot weer verder laten groeien. Soms kan dat niet en moet de pot echt groter. Of je moet het risico nemen dat je een hoop wortels afsteekt en het met verse grond nog een poos probeert in de huidige pot. Mijn luie ik doet dat vaak. Planten splitsen doe ik soms ook wel. In elk geval zie je vaak vanzelf dat de grond aan het inkrimpen is en dat het dus tijd wordt om een beetje aan te vullen.

Al met al is het goed onderhouden van planten best nog veel werk. Je moet ze echt in de gaten houden en een beetje liefde geven. Teveel moeite? Dan zijn kunstplanten gewoon meer jouw ding. Dan heb je toch het gevoel van groen, maar zonder de faalangst 😉

Heb jij nog tips om planten niet dood te laten gaan? Ik heb opgeschreven wat ik nu zelf kon verzinnen (en wat mij vaak is verteld), maar dat is vast niet alles!